maart 2005
EEN KANS VOOR SRI LANKA ruim een maand na de tsunami
reisverslag tsunami aktiviteiten een maand na de tsunami
Als u dit korte verslag leest van mijn ervaringen in Sri Lanka een maand na de tsunami, ben ik al weer enkele weken terug in Nederland. Eind januari ben ik afgereisd met 10.000,00 euro aan donaties om mee aan de slag te gaan. Dat heb ik ook gedaan en iedere cent is netto ten goede gekomen aan de Sri Lankaanse bevolking. Door rechtstreekse hulp te bieden blijft er niets aan de strijkstok hangen, is mijn bevinding.
Ik keer huiswaarts met een voldaan gevoel omdat ik met kleinschalige, directe hulp veel slachtoffers heb kunnen helpen. Tegelijkertijd speel ik alweer met de vraag en de plannen hoe nu verder!
Maar eerst ga ik u vertellen waar ik ben geweest, waar uw donatie is gebleven en wat ik verder zoal heb uitgespookt.
De eerste dagen heb ik doorgebracht bij Ad en Geert, goeie vrienden van mij die een huis hebben in Wadduwa aan de westkust en enorm actief zijn in de hulpverlening.
Kirinda Zuidoost kust
Graag wil ik hulp verlenen op eigen initiatief en vertrek na te zijn geacclimatiseerd voor enkele dagen met mijn chauffeur Chaminda en de Koreaanse student Kim (voor gedurende 1 week) via de kustweg naar het zuidoosten van Sri Lanka. Tijdens deze lange reis word ik uur na uur geconfronteerd met de gevolgen van 2e kerstdag.
In het vluchtelingen tentenkamp 1 Nidangalawella nabij het dorpje Kirinda verblijf ik 11 i.p.v. de 4 geplande dagen. Daarvan slaap ik de laatste 5 nachten als enige blanke ook in het tentenkamp.
In deze periode ontstaat er een band tussen deze uiterst arme eenvoudige hechte vissersgemeenschap van 75 mensen (20 families) en mij. Er is duidelijk sprake van wederzijds respect.
Hier ben ik gestart met het leveren van hout voor nog ontbrekende bedden, timmergereedschap (werkelijk nog geen spijker aanwezig), plastic zeil om tenten beter te beschermen tegen het regenwater, muskietennetten, ontbrekende matrassen, kooktoestellen voor in de centrale keuken (hut), verschillende keren groente ingekocht, 14 fietsen en nog enkele allerdaagse spullen.
Tevens een tweedehands boot (catamaran) en een nieuw vissersnet op de kop getikt. Dit geeft de vissers een extra impuls om het nieuwe oude leven weer op te pakken. Dagen zijn ze bezig om de netten te prepareren en de licht beschadigde boot wordt m.b.v. een slijptolletje en wat polyester opnieuw zeewaardig gemaakt.
De kinderen gaan weer naar school. Later maken de tsunami kinderen nog verschillende tekeningen voor mij. De diverse hulporganisaties die allemaal voor een paar uur in het kamp vertoeven hebben direct contact met en aandacht voor de kinderen. Dit gaat prima, de kinderen hebben ogenschijnlijk de tijd van hun leven. Maar de volwassenen zitten de traumatische ervaringen in der eentje te verwerken in de bloed hete tentjes, niemand zoekt ze op en zelf zoeken ze ook geen contact, dit verdient meer aandacht.
In de loop van de week ontdek ik dat de man tegenover mij in tent nr. 01 zijn vrouw en beide kinderen heeft verloren, hetzelfde geld voor de man van tent 15 naast die van ons.
Met name deze laatste verlegen man Pemasiri trekt mijn aandacht, omdat het mij opvalt dat deze nauwelijks contact heeft en enkel bezig is met het prepareren van de vissersnetten.
Het wachten is op de eerste vaart van onze boot “DE DORPSWAARD”, hetgeen mij enkele dagen tijd geeft om met enkele slachtoffers hun verwoeste huizen te bezoeken.
Op een keer gaat de verlegen man ook mee en toont mij de plek waar hij zijn vrouw en zoon heeft verloren. Even verderop is de rots te zien waarop hij samen met zijn dochter de tsunami probeerde te overleven. Alleen de vader redt het. Bij zijn verwoeste huis aangekomen blijft hij maar praten. We lopen terug via het strand en ik leg mijn arm over zijn schouder, zegt zijn vriend in gebrekkig engels: “Now his heart is clear.”
Al dagen ben ik aan het bedenken wat we nog voor deze 2 mannen kunnen doen, aangezien zij het vissersleven vaarwel willen zeggen. Contant geld geven doe ik in principe niet, dit kan volledig uit de hand lopen. Tenslotte is de oplossing simpel: ieder een fiets om contacten elders te kunnen leggen en daardoor uit hun isolement te komen.
Dan vraagt de verlegen man Pemasiri via mijn chauffeur nog een paar plastic slippers, zijn oude heeft hij met zijn gezin in de golven achter moeten laten …….
Dan kan eindelijk in de namiddag “DE DORPSWAARD” te water gelaten worden en het vissersnet in open zee uitgeworpen. De volgende ochtend gaat de boot het net weer binnen halen en wordt in spanning afgewacht wat er de afgelopen nacht gevangen is. De visvangst, ongeveer 35 vissen meest grote, zorgt voor een zeer positieve sfeer in het kamp. De vreugde is begrijpelijk als je weet dat een boot ook wel eens binnenvaart met een leeg net.
Voor de tsunami had deze gemeenschap 16 bootjes en zijn stuk voor stuk vernield.
De eerste boot “DE DORPSWAARD” ligt weer op het strand en de tweede nieuwe boot “VRIENDEN” is besteld. Aan het tweede net wordt al volop gewerkt en andere boten zullen ongetwijfeld volgen.
Wat mij erg raakt is dat deze arme vissersgezinnen nog zuiver en onschuldig zijn tot op het bot.
Ze zeggen dat ik rijk ben, maar ik probeer hen maar niet uit te leggen dat zij veel rijker zijn.
De uitspraak “they already were the victims before the Tsunami came” is wel op zijn plaats.
Ook zonder de materiele steun had ik hier veel kunnen bereiken, gewoon door er wat langer te blijven en wat aandacht te geven.
Achteraf ben ik blij dat ik wat extra dagen in kamp1 gebleven ben om zodoende het geheel toch wat meer vorm te geven.
Tijd om te gaan, het afscheid is pijnlijk maar ik beloof de vissers: “one day I will come back”.
Verder zijn we nog actief geweest in de volgende vluchtelingenkampen:
-Kirinda kamp 2 Sindu jayapura, houten barakken, 50 families, 200 mensen
-Kirinda kamp 3 Care, houten barakken, 100 families, 400 mensen
-Matara kamp Hithtatiya, ijzeren golfplaten, 60 families, 230 mensen
-Moratuwa kamp 1 Egoda Uyana, 70 families, 275 mensen
-Moratuwa kamp 2 Thalarukkaramaya, 147 families, 500 mensen
-Moratuwa kamp 3 Sunando pananda, tenten, 128 families
-Panadura kamp 4 Mobharawila, tenten, 120 families, 600 mensen
Diverse tempels ondersteund, bestuurt door Boeddhistische monniken.
Diverse individuele vluchtelingen ondersteund.
Overzicht van aangeschafte goederen:
Muskietennetten 60 stuks
Matrassen 60 stuks
Hout (planken en balken) 1.5 m3
Diverse potten en pannen en huishoudelijke artikelen
Gas kooktoestellen 5 stuks
Fietsen 25 stuks
Boten (catamaran) 2 stuks
Vissersnetten 2 stuks
Elektrische waterpompen 3 stuks
Groente 700 kg
Gedroogde vis 100 kg
Plastic (om tenten te beschermen tegen regenwater) 1000 m2
Cement 250 kg
Tennisballen 700 stuks
Badminton rackets 30 stuks
Basketballen 3 stuks
Volleyballen 2 stuks
Kinderschoenen 165 paar
Beddenlakens 40 stuks
Melkpoeder 50 pakken
Kinderbed 1 stuks
Slijptol 1 stuks
Naaimachine 1 stuks
Tandpasta 80 stuks
Timmergereedschapset: (o.a. hamer, zaag, schroevendraaiers, beitels, duimstok, vijlen, handboor, sleutels, spijkers, schroeven.) 5 stuks
Set huishoudelijke artikelen: (spiegeltje, kam, bezem, wasknijpers,
zeepbakje, kleerhangers, zaklamp, tennisbal.) 165 stuks
Moratuwa
Tegen het einde van mijn verblijf heb ik toch nog de sportactiviteiten kunnen opzetten voor de Dr. Reijntjes School for the Deaf van Tineke de Silva in Moratuwa. Samen met de kinderen hebben we een badmintonveld aangelegd inclusief net, lijnen en een heus scorebord. Ook hebben we 2 stuks basketbalborden compleet met ring, net en paal geconstrueerd. Voor beide sporten heb ik verschillende instructies verzorgd. Deze “nieuwe” sporten zijn een schot in de roos, nu sporten ook de meisjes met regelmaat en zelfs de teachers in sari doen mee.
Wellicht is het basketbal iets om in dit land verder te ontwikkelen, als de borden er staan heb je slechts een bal nodig.
Bij badminton ligt dit wat moeilijker; wie zorgt er voor nieuwe rackets en shuttles als de oude materialen beschadigd zijn?
Wadduwa
In Wadduwa bezoeken we meerdere keren een meisjesweeshuis, hier verblijven 39 meisjes in de leeftijd van 5 tot 18 jaar.
Ook hier leggen we een badminton veld aan en wordt er met veel overgave gestreden.
In dit tehuis zijn 2 zusjes opgenomen die door de tsunami hun moeder hebben verloren.
De weesmeisjes zijn zeer creatief met het maken van tekeningen.
We zorgen voor beddenlakens, melkpoeder en een extra donatie.
Maggona
In Maggona verzorgen we voor een jongenskostschool/weeshuis (95 jongens) een tennisinstructie. Met een plank creëren we het tennisnet en met wat metselzand zetten we de lijnen uit voor een minitennisbaantje.
Deze kostschool runt een kleine boerderij en de gefokte varkens, kippen e.d. worden hoofdzakelijk verkocht om zo voor een gedeelte te voorzien in eigen behoefte.
Weuda
In Weuda bezoek ik tot slot nog mijn fosterparents familie en zorg ten behoeve van het lokale schooltje voor een waterpomp met leidingen, watertank, wasgelegenheid en aansluitingen voor de toiletten. De lokale bevolking helpt bij de aansluiting.
Het werken in een kleine groep met een lokale chauffeur is me uitstekend bevallen: korte lijnen, snelle reismogelijkheden, snelle observaties en snelle kritische beslissingen. In deze periode heb ik vele nationaliteiten ontmoet.
Elke dag was een verrassing vol nieuwe belevenissen, confrontaties en soms schrijnende ervaringen, maar ook met voldoening, waardoor elk detail een eigen verhaal kreeg. Als ik vertel dat een gezin weer een nieuw bestaan kan opbouwen met de aanschaf van een naaimachine en ze daar ontzettend dankbaar voor zijn. Of dat een visser door de gift van een slijptol een order krijgt om enkele vissersboten te repareren, dan weet je dat het geld goed besteed is. Zo zijn er nog veel voorbeelden te noemen!
Met bovenstaand beknopt verslag hoop ik u een indruk gegeven te hebben wat er met uw donatie is gedaan.
Beste mensen, namens de Sri Lankaanse bevolking zeg ik u hartelijk dank voor de donaties via de Dorpswaard, van vrienden en kennissen ontvangen.