23 augustus 2006
DOVEN- EN BLINDENSCHOOL OPGELAPT DOOR HULP VAN HERNENSE STICHTING
Door NIELS GERRITSEN
Woensdag, 23 augustus 2006 – HERNEN – In De Gelderlander heeft al een aantal keren een artikel gestaan over Stichting Kansarmen Sri Lanka. Maar wat gebeurt er eigenlijk met het geld dat wordt opgehaald en ingezameld? Op bezoek bij de Sandagala Special School in Kurunegala, één van de projecten van de Hernense stichting.
Mede dankzij steun van de Hernense Stichting Kansarmen Sri Lanka hebben kinderen van de Sandagala Special School in Kurunegala stromend water. Foto: Stef Gerritsen
Met gezwinde spoed rijdt Chaminda Fernando over de smalle en hobbelige wegen van Sri Lanka. Ternauwernood ontwijkt hij tegemoetkomende auto’s. Chaminda is de lokale projectuitvoerder van de Hernense stichting Kansarmen Sri Lanka en op weg naar de Sandagala Special School in Kurunegala. „Op die school zitten 62 jongens en 64 meisjes“, vertelt hij tijdens de rit. „Allemaal zijn ze blind of doof.“
De kinderen verblijven er vrijwel het hele jaar. Alleen in de vakantie gaan ze naar huis. In een land als Sri Lanka is het niet vanzelfsprekend dat mensen met een handicap speciale zorg krijgen. Daarom is Chaminda namens de stichting veel op pad om soortgelijke projecten op te zetten en te bekijken. Hij combineert dat met zijn werk als chauffeur en gids voor vooral Zweedse en Nederlandse toeristen.
Een flink bord wijst de weg naar de grote toegangspoort. Chaminda stapt uit en wordt enthousiast onthaald door de kinderen. De projectuitvoerder heeft de gebarentaal al aardig onder de knie zo te zien. Als eerste toont hij een gigantische waterput. Daarnaast staat een kleinere versie. „Dat was de oude, dit is de nieuwe“, legt hij trots uit. De oude put is grotendeels afgebroken. Op de nieuwe staan de namen van de donateurs, de eerste Nederlanders die zich inzetten voor kansarme Srilankanen. „Het waterpeil in de put is erg laag nu, maar volgende maand begint het regenseizoen, dan stijgt het water weer.“
Maar er is water, en dat is al heel wat. We vervolgen de rondleiding naar de meisjesafdeling. „Bij de douches is nu stromend water, maar dat laat ik maar niet zien“, lacht Chaminda. De slaapzaal ziet er netjes uit. Het staat boordevol bedden. Voor ieder meisje één, dat is al netjes. Een deel van de bedden en matrassen is onlangs dankzij de steun van de stichting aangeschaft. De meisjes zijn trots op hun zaal en met drukke gebaren nemen zij de rondleiding van Chaminda over.
De meisjes zwaaien ons uit als Chaminda ons meeneemt naar de eetzaal. Hij heeft net een pittige discussie gevoerd met één van de begeleiders. „Een tijdje geleden zijn de muren geverfd, maar nu zijn ze alweer smerig“, moppert hij. Het vaste probleem in Sri Lanka: de mensen onderhouden alles slecht. Daarom geeft Chaminda ook nooit in het wilde weg geld van de stichting weg, hij wil er persoonlijk op toezien dat het goed terechtkomt. „Maar helaas is het onderdeel van de cultuur om dingen te verkwanselen.“
Ondanks de modder op de muur ziet het er goed uit. Van binnen is de eetzaal vooral donker. Er staan talloze borden, voor elke leerling één. Ook hier moeten de kinderen zelf schoonmaken. Het liefst zou Chaminda willen dat er een vast corveerooster komt. Het valt echter niet mee om dat de begeleiders duidelijk te maken.
We lopen een ruimte binnen met een gigantische oven. Overduidelijk de keuken. „Meestal koken mensen die in de buurt wonen voor de school“, legt Chaminda uit. Vanuit de overheid krijgt een school als deze weinig extra’s. „De lesmiddelen worden wel vergoed, maar omdat deze kinderen dag en nacht aanwezig zijn, is het moeilijk om alles te bekostigen.“
De school krijgt 500 rupees (4 euro) per maand per kind om in het levensonderhoud te voorzien. Veel te weinig.
Vier jongens grijpen badmintonrackets, ook al een presentje van de stichting. De kinderen hebben nog wat moeite met het spel, wellicht ook door de wind.
Wat gebeurt er eigenlijk met de kinderen als ze de school verlaten? „De meesten beginnen dan aan een beroepsopleiding“, vertelt Chaminda. Zo zouden ze in de toekomst hun eigen geld moeten kunnen verdienen.
Als afscheid wordt er een dansje opgevoerd door een paar dove meisjes. Knap hoe ze in het ritme weten te blijven zonder iets te horen. Andere kinderen klappen en zingen. Een blinde jongen drumt en zingt fanatiek mee. Als we weer bij Chaminda in de bus stappen, worden we enthousiast uitgezwaaid. De stichting heeft hier al goed werk verricht, we hebben het met eigen ogen gezien.
Stichting Kansarmen Sri Lanka
De Stichting Kansarmen Sri Lanka zet zich in voor een betere levenskwaliteit en een beter toekomstperspectief voor kansarmen in het Aziatische land. De stichting doet dat vooral in samenwerking met lokale organisaties en overheden. Dus geen materiaal sturen, maar geld zodat het materiaal ter plaatse kan worden aangeschaft.
De doelgroep van de stichting bestaat uit gehandicapten en sociaal-maatschappelijk zwakkeren. Regelmatig worden er vanuit Nederland werkbezoeken gebracht aan de projecten. In Sri Lanka houdt Chaminda Fernando een oogje in het zeil.